Ontwikkeling & beproevingen 1

Over de ontwikkeling en beproevingen van de DAF YP408 van 1956 tot 1964

Als basis voor het YP408 ontwerp werd gekozen voor de YA328. Dit eveneens door DAF ontwikkelde werkpaard stamt uit het begin 50er jaren. De aandachtige lezer zal zich hebben afgevraagd of de letters YA en de getallen 328 enz. maar willekeurig genomen zijn, of dat zij een bepaalde betekenis hebben. Dit zit zo in elkaar: De "Y" betekent dat het een militair product is van de DAF fabrieken. De "A" betekent vrachtauto, de "K" kipauto, de "B" bergingsauto(kraanauto), de "T" staat voor trekkers, de "F" voor brandstofauto's (F van Fuel) en de "P" voor pantservoertuigen. Aan het eerste cijfer van het getal wat daar achter komt, kan men zien hoeveel tonnage dit voertuig heeft. Zo is een YA126 een een-tonner en de YA314 een drietonner. Het tweede cijfer geeft de uitvoering aan, 2 is de 2e uitvoering, 1 de eerste en 0 het prototype. Het laatste cijfer van het getal geeft het aantal wielen aan, de YA314 heeft er dus 4. Recapitulatie: de YP408 is dus een pantservoertuig (P) van de militaire productie van de DAF fabrieken (Y), het is dus een 4 tons auto (4) van het prototype (0) en heeft 8 wielen (waarvan 2 steunwielen).  De officiële volledige aanduiding werd 8 x 6 YP408, 24v.

Het eerste prototype van de YP408, aanvankelijk uitgerust met de motor uit de YA 328 (type JXLD) met verhoogde compressie, waardoor het motorvermogen steeg van 131 naar 133 pk.
(De later in de YP 408 ingebouwde DAF dieselmotor type DS 575 werd in 1959 gepresenteerd en werd ook toegepast [v.a. 1960] in de YT 514 trekker voor oplegger).
Lucht voor de radiateur wordt aangezogen via de frontplaat en maakt hierdoor het plaatsen van lamellen noodzakelijk. De commandant zit nog rechts voorin onder een rond luik en de geschutsaffuit ontbreekt. Aan bovenzijde van de hull zijn 12 gedeelde luiken aangebracht. De kachel is geplaatst in de middelste kast aan de linker buitenzijde. De banden waar hij op staat heeft nog het oude nato-profiel.

Een filmpje van een demonstratie in 1959 van één van de proto-versies. 

Prototype opgesteld in de DAF fabriekshal in 1958. De neus is nog hoekig, de uitlaat rechts geplaatst  en de achterdeuren in drieën verdeeld. Klik op de foto's voor een uitvergroting.

De KN-53-72 wordt gedemonstreerd aan DAF- en Landmacht bobo's. Duidelijk te zien zijn de drie achterdeuren, de standkachel in de middelste kast en de brandblusser op het linker achterspatbord.

Defensie tijdschrift "Herkenning" september 1959.
(klik op de omslag)

Dank aan Martin Hoogerwerf

De bediening van de topluiken treffend in beeld gebracht. Het zal voor de constructeurs moeilijk zijn geweest om van dit concept af te stappen, maar het is duidelijk onpraktisch. Bij gevaar moesten 12 luiken in precies de juiste volgorde worden gesloten waarbij de inzittenden zich bloot moesten stellen aan vijandelijk vuur. Ook drie van de toen nog vier brandstofvulopeningen zijn hier goed te zien.

De KN-53-73 van binnen. Zowel de bestuurder als de commandant hebben een in hoogte verstelbare stoel. De brandstoftanks zijn voorzien van 4 vulpijpen. In plaats van stoeltjes nog twee lange banken. De 10 rugleuningen zijn opklapbaar en dienen dan als zitting. Een prachtig afgewerkte hemel met stootkussen, lampjes en frisse lucht pijpjes. De topluiken worden hier nog met hefboompjes afgesloten. Onderin de kabels waaraan de onderste van de drie deuren hing.

Op bovenstaande foto's is goed te zien hoe de lamellen van stand konden worden veranderd naar gelang de radiateur meer koeling nodig had.

Prototype KN-53-72, kennelijk uitgevoerd als commandovoertuig en voorzien van een uitgebreide radioset. De kabels voor het horizontaal houden van de onderste achterdeur zitten aan de buitenzijde en de verstelbare stoel voor de commandant bestaat uit een opklapbaar stalen zadel. De uitlaat is verlengt en midden bovenin een van de twee luchtfilters. Inmiddels zijn de later gebruikte combat banden gemonteerd.

De binnenzijde van de KN-53-72. De hefboompjes van de topluiken zijn nu vervangen door het later gebruikte grendel-systeem. De frisse lucht pijpje zijn afgedekt en aan het plafond zijn bus-lussen gehangen. Ook het dashboard evolueert langzaam.

Beproeving van de KN 53-72 in Frankrijk, met YB 616, YA 328, 2x M38A1, Ferret Mk I, Ferret Mk II en VW Combi. Foto dankzij Sander Ruys.

Binnenzijde KN-53-72. Bestuurders- en commandant zitplaats. Foto's dankzij Sander Ruys

Tussenmodel, met een eerste aanzet voor de .50 affuit. De uitlaat zit nog rechts. De neus heeft inmiddels zijn uiteindelijke vorm. De enigszins aangepaste lamellen duiden nog steeds op de Hercules benzine motor. Het bestuurdersluik is nog niet aangepast en lucht voor de motor wordt nog aangezogen door twee ronde schijven aan weerszijde van de hull.

Uit een notitie van DAF d.d. 14-7-1967 aangaande de koeling van de YP 408:

 ( ... ) Marechausseewagens
De drie stuks Marechaussée-wagens waren voorzien van de hoofdcomponenten van de YA 328, dus ook de JXLD-motor, de versnellingsbak en de tussenbak. De motorkoeling geschiedde op de normale manier d.m.v. een vooringeplaatste radiateur met een trekventilateur. De inlaatgrille was voorzien van een beweegbaar rooster. In het midden van de wagen kon de lucht ontsnappen via gaten in de hull. Met dit systeem bleek de temperatuur van de tussenbak zeer hoog op te lopen, wat opgelost werd met een oliekoeler die voor de radiateur werd geplaatst.

YP 408 seriewagens
Deze werd voorzien van een DS 575 motor, in verband met de wenselijkheid van meer motorvermogen. Aanvankelijk werd de grille-uitvoering van de marechaussée wagens aangehouden, deze vond men echter onacceptabel, waarna werd gezocht naar een kogeldichte niet beweegbare grille. Diverse constructies werden gemaakt en beschoten, doch werden niet geschikt geacht. ( ... )

( ... ) Door toepassen van een omgekeerde motorkoelluchtstroomrichting konden deze problemen worden opgelost. De inmiddels voor de YP 104 ontwikkelde drukventilateur werd op de YP 408 gebouwd, terwijl de voorklep geheel gesloten werd. Aanzuigen van de koellucht geschiedde door middel van twee paddestoelen bovenop de motorkap. Na schietproeven moesten deze vervangen worden door één paddestoel en de voorkant worden dichtgemaakt. ( ... )

Met dank aan Hans Molter.

NB: men overwoog "in verband met (mogelijke) inzet van de YP 408 in zeer warme gebíeden" de oorspronkelijk koeling met grille weer in te voeren.

Weer een stap verder. In de voorgaande prototypes zoog de ventilator lucht aan door de radiateur via de lamellen. Een molotov-cocktail op de neus zou voldoende zijn om de hele YP in lichterlaaie te zetten. Men neme derhalve een diesel motor, de DS 575 van DAF. Deze lag in die tijd ook in de stadsbus. Vervolgens laat je de ventilator geen lucht aanzuigen maar door de radiator blazen en klaar is Kees (dus van achteren naar voren). Voordeel was bovendien dat de lucht die aangezogen werd ook over de versnellings en tussenbak gezogen werd die daardoor ook gekoeld werden. De lamellen verdwenen vervolgens uit de neus en vervangen door een deksel op de motorkap.


Tekening uit "Das Kleine Panzerbuch" van F.M.von Senger uit 1960, waardoor deze versie goed is te dateren. Met dank aan Arne Poirot.

Tekening uit dezelfde periode. Met dank aan Henri Tollenaar.

Dit prototype afgebeeld met UN markering op een
borduur embleem.
Verkrijgbaar bij de Veteranenshop
Bron: http://www.veteranenshop.nl/b_31.jpg

Prototype 53-72 in zijn bijna laatste fase. De volgende grote stap was de bouw van de eerste seriewagen, de KN 75-01. De KN 53-72 is vermoedelijk verschroot bij DAF.

We spreken nu dus over 1959 of 1960. Duidelijk te zien zijn de lasnaden waarmee de nieuwe op de oude neus is gelast. Deze uitvoering heeft twee paddenstoelen op de motorkap voor het aanzuigen van koele lucht. De infra-rood verlichting ontbreekt (maakt deel uit van de bewapening) terwijl al wel een .50 gemonteerd is. De spiegels staan nog op paaltjes en het bestuurders luik heeft zijn definitieve borging nog niet (dan ligt het vlak open en rust op een vergrendeling aan de buitenkant van het luik). Op de breedte palen zitten twee plaatjes met een gaatje erin. Daar stonden bij het eerste model de spiegels op.

TERUG  VOLGENDE